We weten allemaal dat we dagelijks genoeg vezels binnen moeten krijgen. Ook al lukt dat niet altijd. Maar wat zijn voedingsvezels eigenlijk, waar zitten ze allemaal in en wat doen ze eigenlijk voor ons lichaam? Ontdek hier alles over vezels.
Hoe vaak heb je het al wel niet gehoord? “Je moet wel genoeg vezels eten.” Iedereen weet het, maar toch doen het niet allemaal. Deels komt dat omdat we niet weten waar voedingsvezels allemaal precies in zitten en deels beseffen we ons niet helemaal hoe belangrijk voedingsvezels zijn voor ons lichaam. Daarom zet ik vandaag even wat feitjes over vezels op een rijtje.
Wat zijn voedingsvezels?
Voedingsvezels zijn belangrijke stoffen voor een gezonde spijsvertering. Ze dragen namelijk bij aan het een verzadigd gevoel na het eten. Hoe meer ervan in een gerecht zitten, hoe sneller jij een vol gevoel krijgt. Maar waardoor krijg je zo’n vol gevoel?
Vezels zijn stoffen uit planten. Ze zijn een groep koolhydraten die niet in de dunne darm worden verteerd. Er zijn veel verschillende soorten en maten voedingsvezels. Al deze soorten hebben verschillende effecten in ons lichaam. Ons eten bevat nooit één enkele vezelsoort: ons voedsel bestaat uit een mengsel van veel verschillende voedingsvezels.

Waarom zijn vezels belangrijk?
Het maag-darmkanaal kan vezels niet verteren. Je kan je dan misschien afvragen: wat gebeurt er dan mee? Voedingsvezels komen in de dikke darm terecht. Eenmaal aangekomen in de dikke darm zorgen vezels ervoor dat de darm goed werkt. De graanvezels zorgen er tevens voor dat de kans op hart- en vaatziekten vermindert.
Per dag wordt er daarom geadviseerd door het Voedingscentrum om zo’n 30 tot 40 gram voedingsvezels te eten. Vezels zitten gelukkig in veel verschillend soort eten. Voedingsvezels zijn te vinden in onder andere groente, fruit en brood.
“De graanvezels kunnen ervoor zorgen dat de kans op hart- en vaatziekten vermindert”
Hoe kan ik ervoor zorgen dat ik genoeg binnen krijg?
Je kan door een paar simpele keuzes al gauw genoeg voedingsvezels binnen krijgen. Zo kan je normale rijst en pasta vervangen door de volkoren variant. Zo zit er in witte rijst maar 0,4 gram voedingsvezels op 55 gram rijst. Daartegenover heeft zilvervliesrijst maar liefst 1,3 gram vezels per 60 gram rijst.
Daarnaast zijn zowel volkorenbrood en gedroogde vruchten erg vezelrijk. Je kan er voor kiezen om de dag te beginnen met een vezelrijk ontbijt om je darmen aan het werk te zetten. Neem dan bijvoorbeeld twee volkoren boterhammen of een kom magere yoghurt met muesli en voeg daar eventueel wat gedroogd fruit aan toe.